Zijn leerlingen

Al op 22-jarige leeftijd, toen hij nog in Leiden woonde, nam Rembrandt zijn eerste leerlingen aan. Vanaf het moment dat hij in Amsterdam zijn eigen werkplaats begon, werden dat er steeds meer. Vermoedelijk heeft Rembrandt voor ruim vijftig leerlingen de rol van leermeester vervuld. Zijn aanpak in het lesgeven was enerzijds traditioneel, anderzijds uitzonderlijk. Hij leerde zijn leerlingen schilderen volgens de regels van de kunst, maar hij bracht ook zijn eigen regels in. Zijn nieuwsgierige en onderzoekende houding leidde niet alleen tot de voortdurende ontwikkeling en vernieuwingen in zijn eigen werk. Ook in zijn onderwijsmethoden zocht hij steeds naar andere manieren om zijn kennis en technische vaardigheden over te brengen op zijn talentvolle studenten. Methoden waar we tot op de dag van vandaag kunnen leren.

(Mogelijke) leerlingen van Rembrandt

 

Naam Levensjaren Leertijd bij Rembrandt*
Gerrit Dou 1613-1675 1628-1634?
Isaac de Jouderville 1613-1648 1629-1634?
Jacques de Rousseaux ca. 1600-1638 ca. 1628-1631?
Gerrit Willemsz. Horst 1612-1652 ca.1631
Govert Flinck 1615-1660 1633/4-1635
Cornelis Brouwer ? –1681 ca. 1634?
Gerbrandt van den Eeckhout 1621-1674 1635-1641
Leendert van Beyeren 1619-1648 rond 1637
Ferdinand Bol 1616-1680 1636-1640
Jan Victors 1619-1676 ?-1640
Abraham Furnerius 1628-1654 na 1640-ca. 1646
Reynier van Gherwen ca. 1620-1662 ca. 1640-ca. 1645
Lambert Doomer 1622-1700 ca. 1640-ca.1644
Carel Fabritius 1622-1654 1641-1643
Bernhard Keil 1624-1687 1642-1644
Samuel van Hoogstraten 1627-1678 1643-1646/8
Christoph Paudiss 1630-1666 1645-1649
Karel van der Pluym 1625-1672 ca. 1645-ca. 1648
Heinrich Jansen 1625-1667 1645-1648
Barent Fabritius 1624-1673 ca. 1646-ca. 1650
Johann Ulrich Mayr 1630-1704 ?-1648
Willem Drost ca. 1630-1687 ca. 1648-1652
Constantijn van Renesse 1626-1680 ca. 1649-1652
Nicolaes Maes 1634-1693 1651-1653
Abraham van Dijck ca. 1635/6-1680 1651-1654
Jacobus Leveck 1634-1675 1651-1653/4
Titus van Rijn ca. 1637-1662 1650-1651
Pieter de With onbekend, actief: 1650-’60 begin jaren 1650
Heyman Dullaert 1636-1684 ca. 1652-1656
Johannes (De Jonge) Raven ca. 1633/4-1662 1652; contact ca. ’59/’60
Johannes van Glabbeeck onbekend rond 1653
Jacobus van Dorsten 1645-1678 ca. 1659
Johannes Leupenius 1643-1693 ca. 1660?
Arent de Gelder 1645-1727 ca. 1661-1663
Godfried Kneller 1646-1723 1662

 

* hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen de rol van leerling of medewerker. Alleen in het geval van Jouderville zijn er concrete documenten die een indicatie geven van leertijd. Maar doorgaans ging het kunstonderwijs hand in hand met het actief meewerken in de productie.

 

Gerrit (Gerard) Dou

Gerrit Dou was dertien jaar toen hij in 1628 in Leiden les kreeg van de toen tweeëntwintigjarige Rembrandt. Dit schilderij werd vroeger ‘Rembrandt in zijn atelier’ genoemd. Het laat zien welke voorwerpen een schilder in zijn werkplaats bijeen kon brengen, alles in dienst van zijn kunst. Oftewel, het ideale atelier.

Gerrit Dou, Een schilder in zijn atelier, 1628. Paneel, 53 x 64,5 cm., Particuliere collectie

Gerrit Dou, Een schilder in zijn atelier, 1628. Paneel, 53 x 64,5 cm., Particuliere collectie

 

 

 

 

Onbekende Rembrandt-leerling

Dit atelier-interieur laat zien dat het Rembrandts gewoonte was om zijn leerlingen in groepjes naar model te laten tekenen. In de laatste fase van hun opleiding moesten zij leren de menselijke figuur in allerlei standen weer te geven. Op een richel in de muur staan de afgietsels van beelden, die als lesmateriaal dienstdeden.

Tekenen naar naaktmodel in Rembrandts atelier ca. 1650. Pen en penseel in bruin, zwart krijt, met wit gehoogd, 18 x 26,6 cm., Hessisches Landesmuseum, Darmstadt

Tekenen naar naaktmodel in Rembrandts atelier ca. 1650. Pen en penseel in bruin, zwart krijt, met wit gehoogd, 18 x 26,6 cm., Hessisches Landesmuseum, Darmstadt

 

Dit portret-ten-voeten-uit werd vervaardigd door een leerling van Rembrandt naar een zelfportret dat Rembrandt in 1631 had gemaakt (Parijs, Musée du Petit Palais). Op Rembrandts zelfportret gaan zijn benen en voeten grotendeels schuil achter een hond – een poedel – die hij omstreeks 1633 op de voorgrond heeft toegevoegd. Aangezien de hond niet op het werk van de leerling voorkomt, is het waarschijnlijk gemaakt tussen 1631 en 1633.

zelfportret_in_oosters_kostuum   rembrandt_auto_petit_palais

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief
paint
Ga naar de inhoud