The Poor Man’s Rembrandt Project

Van 17 t/m 25 juni 2023 houden Henk Schiffmacher en zijn tatoeëerders atelier bij Rembrandt thuis. Gedurende een week kun je een originele Rembrandt-tattoo laten zetten door het wereldberoemde team.

Wil je zeker zijn van een meesterwerk? Reserveer dan nu een tijdslot bij je favoriete tattoo artist via rembrandthuis.nl.

Rembrandt Forever
Rembrandt en Schiffmacher & Veldhoen hebben veel gemeen: ze zijn wereldberoemd, grootmeesters in hun vak en diepgeworteld in het DNA van Amsterdam. Ook hun kunst kent belangrijke overeenkomsten: bij zowel etsen als tatoeages begint het met een tekening, die vervolgens met inkt en naald op het medium wordt aangebracht. Waar Rembrandt een koperplaat en vel papier gebruikte om zijn compositie tot een ets te maken, brengen tatoeëerders hun tekening aan op de menselijke huid; een kunstwerk dat je levenslang altijd bij je draagt.

Schiffmacher en zijn team zullen hun atelier opzetten in de moderne museumvleugel. In de zeventiende eeuw was het pand aan de Jodenbreestraat een cultural hub, waar Rembrandt, zijn assistenten en zijn leerlingen samenwerkten aan hun kunstwerken. Nu gaat een nieuwe generatie 21ste-eeuwse kunstenaars hier aan het werk. Het museum blijft zo een plek waar het bruist van vernieuwing en experiment. Tegelijkertijd wordt de eeuwenoude kunst van etsen en inkttekeningen in ere gehouden.

Meld je aan
Tijdens hun residency in Museum Rembrandthuis biedt het team van Schiffmacher & Veldhoen Tattooing een aantal tattoo-ontwerpen aan, waaronder originele etsen van Rembrandt, Rembrandts handtekening en zijn monogram. Op rembrandthuis.nl/thepoormansrembrandtproject kun je vooraf de beschikbare tatoeages bekijken. Ook kun je hier een tijdslot reserveren om de tatoeage te laten zetten in het museum. De prijzen van de tatoeages variëren van 100 tot 250 euro. Bij het reserveren wordt om een aanbetaling van 50 euro gevraagd. We houden per dag een aantal plekken beschikbaar voor spontane inloop, maar wil je zeker zijn van een plekje, reserveer dan vooraf een tijdslot. Er zijn in totaal XX tijdslots beschikbaar.

Ontmoet het team

Henk Schiffmacher is sinds 45 jaar een begrip in de tatoeagewereld. De Amsterdamse tattookoning organiseerde de eerste grote tattooconventies in Europa, publiceerde ruim 20 boeken en exposeerde in diverse musea, waaronder Musée du Quai Branly in Parijs en het Royal Ontario Museum in Toronto. Hij beschouwt de samenwerking met Museum Rembrandthuis als een hoogtepunt in zijn carrière.

Tycho Veldhoen groeide op in de kunstwereld, als jongste zoon van de bekende Amsterdamse kunstenaar Aat Veldoen. Van hem leerde hij schilderen, tekenen en etsen. Het tatoeëren werd hem bijgebracht door Henk en Louise Schiffmacher, waarna hij aan het werk ging bij verschillende tattoogrootheden in de Verenigde Staten. Sinds 16 jaar is hij officieel partner van Schiffmacher & Veldhoen Tattooing.

Rupa van Teylingen is kunstschilder en tatoeëerder. Ook hij groeide op omringd door kunst: zijn vader was schrijver, zijn stiefvader specialist op het gebied van zeventiende-eeuwse stillevens. Hij studeerde af aan de Ruud Wackers Academie in Amsterdam als klassiek tekenaar, waarna hij bij Schiffmacher en Veldhoen in leer ging. De afgelopen tien jaar is hij afwisselend in de tattooshop en in zijn eigen atelier te vinden.

Framing Rembrandt

Wie is Rembrandt? Iedereen heeft wel een idee over het type man dat hij was. Maar klopt dat wel? Sinds de 17de eeuw is Rembrandt op verschillende manieren getypeerd: als een man van het volk, een tegendraads kunstenaar, een held, een miskend genie en een heilige. Iedere keer werd zijn levensverhaal aangepast; sommige feiten werden weggelaten, andere verdraaid, steeds om een bepaald type te propageren. Rembrandt is geframed.

In de tentoonstelling Framing Rembrandt onderzoekt Museum Rembrandthuis vier eeuwen beeldvorming rondom Rembrandt aan de hand van schilderijen, prenten, archiefstukken en andere verrassende objecten. Gaandeweg worden een aantal hardnekkige mythes rondom Rembrandt ontkracht, zoals de vermeende mislukking van De Nachtwacht. Daarnaast wordt een van de tentoonstellingszalen omgebouwd tot bioscoopzaal, waar fragmenten worden vertoond van de zes fictiefilms die tussen 1920 en 2007 over Rembrandt zijn gemaakt. Van de eerste film uit 1920, via een nazi-propagandafilm uit 1942 tot aan de meest recente fictiefilm uit 2007. Ook neemt Museum Rembrandthuis zijn eigen framing van Rembrandt onder de loep: hoe doet het museum zelf mee aan de beeldvorming van Rembrandt?

Rembrandt als filmheld
Het pièce de résistance van Framing Rembrandt is de tweede tentoonstellingszaal die wordt omgebouwd tot een bioscoopzaal. Hier worden filmfragmenten getoond uit de zes fictiefilms (biopics) die tussen 1920 en 2007 over Rembrandt zijn gemaakt. Elke film heeft zijn eigen framing. Iedere generatie leerde dus net weer een andere Rembrandt kennen. Opvallend is dat enkele mythes over Rembrandt steeds weer terugkeren, zoals de vermeende mislukking van De Nachtwacht.

Eén van de zes biopics is Rembrandt, geregisseerd door nazi-filmmaker Hans Steinhoff. In 1942 ging de film in première op het Rembrandtplein in aanwezigheid van NSB-leider Anton Mussert. Rembrandt wordt hierin neergezet als held van het Germaanse volk. Hij krijgt zijn heroïsche status doordat hij vele tegenslagen en vijanden overwint: de afwijzing van De Nachtwacht, zijn conflict met Geertje Dircx en zijn faillissement dat volgens deze film veroorzaakt is door zijn Joodse buren. Een ultiem voorbeeld van framing.

Welke Rembrandtmythes leven er onder museumbezoekers?
Ook bezoekers worden gevraagd even stil te staan bij hun eigen aannames over Rembrandt. Bij de ingang van de tentoonstelling staan vijf kokers met gekleurde tokens. Iedere koker staat voor een van de vijf Rembrandt-typen: een man van het volk, een tegendraadse kunstenaar, een nationale held, een miskend genie, een heilige. Bezoekers nemen een token mee uit de koker die hun beeld van Rembrandt het beste samenvat. Aan het einde van de tentoonstelling staan opnieuw vijf kokers met de vijf Rembrandt-typen. Blijven bezoekers bij hun oorspronkelijke beeld van Rembrandt of denken ze nu anders over de kunstenaar?

De tentoonstelling Framing Rembrandt is van 4 november 2023 t/m 4 februari 2024 te zien in Museum Rembrandthuis

Rembrandt Open Studio

Na een succesvolle eerste editie van Rembrandt Open Studio in 2020 (met kunstenaars Iriée Zamblé en Timothy Voges) en het tijdelijke tattoo-atelier van Schiffmacher & Veldhoen dit voorjaar, zullen dit najaar weer twee hedendaagse kunstenaars aan het werk gaan bij Rembrandt thuis. Abul Hisham (1987) en Guy Vording (1985) houden gedurende anderhalve maand atelier in Museum Rembrandthuis. Hisham en Vording hebben net als Rembrandt een geheel eigen stijl en eigenzinnige blik op de wereld. Ook zijn beide kunstenaars, net als Rembrandt, echte verhalenvertellers. In één beeld weten ze een herinnering, maatschappijkritiek, situatie of karakterschets te vangen.

Rembrandt kijkt mee over je schouder: Twee kunstenaars verhuizen dit najaar tijdelijk met hun studio naar de Open Studio van Museum Rembrandthuis.

Museum Rembrandthuis nodigt dit najaar de twee hedendaagse kunstenaars Abul Hisham (1987) en Guy Vording (1985) uit om voor een periode van anderhalve maand hun atelier te verplaatsen naar de Open Studio van het museum. Al in de zeventiende eeuw was Rembrandts huis een creative hub: een plek waar Rembrandt en zijn leerlingen elke dag kunst maakten. Nu, 400 jaar later, krijgen kunstenaars weer de kans om in Rembrandts huis te werken.

Van 1 oktober t/m 19 november 2023 werken Hisham en Vording soms samen en soms afwisselend in de Museum Rembrandthuis.

De Open Studio is een voor bezoekers toegankelijke atelier waarin zij worden uitgenodigd om dichter bij het maakproces van hedendaagse kunst te komen en kennis te maken met een nieuwe generatie getalenteerde makers. Het project startte in 2020 en ieder najaar verwelkomt Museum Rembrandthuis hedendaagse kunstenaars om te werken in het huis het kunstenaarschap wordt gevierd. De Open Studio is in een nieuwe museumzaal die sinds de heropening in maart 2023 permanent toegankelijk voor publiek.

Hisham en Vording zijn net als Rembrandt gericht op een eigen techniek, stijl en eigenzinnige blik op de wereld. Hisham werkt veelal met pastelkrijt en ruwe pigmenten op doek en hout. Vording werkt alleen met enkel potlood en papier.  Net als Rembrandt zijn ook beide kunstenaars echte verhalenvertellers. In één beeld weten ze een herinnering, maatschappijkritiek, situatie of karakterschets te vangen.

Foto van Abul Hisham

Abul Hisham:

Being given the opportunity to interact more with the visitors will be a new experience for me, one that I look forward to: I like to meet and talk to people and I’m happy that I’ll be able to show them my practice personally.

 

Foto van Guy Vording

Guy Vording:

Ik geloof dan ook dat een verblijf in het Rembrandthuis − met zijn geschiedenis, zijn bewoners en het publiek − mijn werk nog meer zal beïnvloeden. Ik kijk ernaar uit om dat spel, die uitwisseling aan te gaan. Als een student die zich laat leiden door de meester.

 

Museum Rembrandthuis

Nergens ter wereld kom je dichter bij Rembrandt dan in Museum Rembrandthuis. Wij willen de wereld inspireren met Rembrandt, zijn werk en zijn leven. Hier, in hartje Amsterdam, woonde en werkte hij negentien jaar lang. Het huis waar hij vol ambitie begon, maar dat hij door financiële problemen moest verlaten. Bijna 400 jaar later is Museum Rembrandthuis het enige museum ter wereld dat volledig is gewijd aan Rembrandt.

Schilderij van Abul Hisham, Portrait of a Lawyer, 2022

Abul Hisham (1987)  Hisham werkt hoofdzakelijk met pastelkrijt en ruwe pigmenten op hout. Hierin ziet hij Rembrandt als een groot voorbeeld: Rembrandts bereidingswijze en toepassing van verf inspireren Hisham in zijn eigen kunstenaarspraktijk. Veel van Hishams kunstwerken vormen een reeks: samen vertellen ze een groter verhaal over verlangens, de dood, religie en sociaal-politieke systemen. Ook zijn eigen herinneringen, aan zijn leven en familie in India, vinden vaak hun weg naar zijn kunstwerken. Toch geeft hij niet alles weg: kijkers krijgen de ruimte om de vele symbolen en betekenissen zelf te ontrafelen en te interpreteren. Hisham voltooide in 2012 zijn masteropleiding in Hyderabad, India en is sindsdien werkzaam als beeldend kunstenaar. In 2021 verhuisde hij naar Nederland voor een opleiding aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten, die hij dit jaar heeft afgerond.

Abul Hisham, Portrait of a Lawyer, 2022

 

Hisham: ‘As a painter I feel a great kinship with Rembrandt’s works. I still remember how I used Rembrandt’s famous painting of Belsshazar’s Feast as a reference. I have always been fascinated by his use of colour and texture, his experiments and his compositions. It is a rare experience to be working so close to his own studio, printmaking space and the collection of his etchings. I feel that through this residency I can continue my practice, research and experiment in Rembrandt’s footsteps. Being given the opportunity to interact more with the visitors will be a new experience for me, one that I look forward to: I like to meet and talk to people and I’m happy that I’ll be able to show them my practice personally.

Website: Rijksakademie – Abul Hisham

 

Schilderij van Guy Vording, Black Pages: Vanavond niet, 2020.

Guy Vording (1985) Vording volgt in Rembrandts voetsporen als het gaat om weten wat je weglaat en waar je juist de aandacht op vestigt om een verhaal treffend te verbeelden. Zijn kunstwerken beginnen met Amerikaanse tijdschriftartikelen uit de jaren 1940, die hij al jaren in albums verzamelt. Na het kiezen van een geschikte pagina, besluit Vording eerst welk deel van de illustratie en tekst hij wil behouden. Vervolgens kleurt hij de rest in met potlood. Wat overblijft is telkens een verrassend nieuw beeldverhaal, waarin het vaak gaat over het innerlijk leven van mensen versus maatschappelijke verwachtingen of aannames. Vording is in 2013 afgestudeerd aan de HKU en sindsdien werkzaam als beeldend kunstenaar.

Guy Vording, Black Pages: Vanavond niet, 2020.

 

Vording: ‘Hoewel ik mij van nature vastklamp aan mijn eigen vertrouwde atelier, begon ik me de laatste maanden juist te oriënteren naar plekken buiten mijn studio. Dat ik nu de kans krijg om in hetzelfde huis te werken als Rembrandt voelt als een eer en kon zich op geen beter moment aandienen. De etsen van Rembrandt hebben mij altijd aangetrokken en zijn bewust en onbewust een invloed geweest op mijn werk. Vooral binnen de werken van mijn serie Black Pages. De haarfijne lijnen die hij gecontroleerd heeft gezet en het licht-donkerspel zijn mij niet vreemd. Ik geloof dan ook dat een verblijf in het Rembrandthuis − met zijn geschiedenis, zijn bewoners en het publiek − mijn werk nog meer zal beïnvloeden. Ik kijk ernaar uit om dat spel, die uitwisseling aan te gaan. Als een student die zich laat leiden door de meester.

Website: Kunstenaar | Guy Vording | Amsterdam

 

Rembrandt & de liefde

1 juli – 15 oktober 2023

Rembrandt staat bekend als een hartstochtelijke man. Maar zie je dat ook terug in zijn etsen? Van 1 juli t/m 15 oktober 2023 kijk je door Rembrandts ogen naar de liefde in de tentoonstelling Rembrandt en de liefde in Museum Rembrandthuis. Het gaat om allerlei soorten liefde: dramatische liefde, speelse liefde, ouderliefde, naastenliefde en de liefde tussen mens en dier. Maar ook Rembrandts voorliefdes voor wandelen en het verzamelen van rariteiten komen aan bod. En natuurlijk ontbreekt Rembrandts grootste liefde niet: zijn vrouw Saskia.

Rembrandt en de liefde bevat 50 etsen uit de collectie van Museum Rembrandthuis om verliefd op te worden. In de zaal voorafgaand aan de tentoonstelling kun je alvast in Rembrandts huid kruipen: maak aan de tekentafels een tekening van iets of iemand waar je van houdt. Of van iets anders, puur vanuit liefde voor het tekenen zelf.

Grote liefde

Over wie Rembrandts grote liefde was, bestaat geen twijfel. Dat was Saskia Uylenburgh, dochter van de burgemeester van Leeuwarden. Het stel trouwde in 1634 en kreeg een zoon. Vrij gauw sloeg het noodlot toe: in 1642 overleed Saskia. Rembrandt was er kapot van. Na Saskia zou Rembrandt nog liefdesrelaties hebben met Geertje Dircx en Hendrickje Stoffels. Maar opvallend genoeg is Saskia de enige van wie hij etsen maakte. Rembrandts etste haar zowel op haar mooist, behangen met parels, als op haar kwetsbaarst, tijdens haar ziekbed. Maar de tentoonstelling Rembrandt en de liefde gaat verder dan alleen Rembrandts grote liefde. In de acht thema’s die hierop volgen worden Rembrandts voorliefdes, zowel in het leven als in de kunst, uit de doeken gedaan.

Rembrandt leren kennen

Rembrandt etste verschillende dramatische liefdes. Ze geven blijk van zijn passie voor grootse en meeslepende verhalen. Maar we zien in zijn prenten ook vaak de speelse liefde van alledaagse koppeltjes. Zijn voorstellingen over ouderliefde en naastenliefde tonen zijn grote inlevingsvermogen. En door de vele honden die rondsnuffelen in zijn etsen kunnen we vrij zeker stellen dat Rembrandt een ‘hondenmens’ moet zijn geweest. Ook onthullen zijn prenten wat Rembrandts twee grootste hobby’s waren: het verzamelen van rariteiten voor zijn kunstcaemer en het maken van wandelingen in en rond Amsterdam – met beide vormen van tijdverdrijf verenigde hij het aangename met het nuttige. En hoe zit het dan met zijn zelfportretten? Was dit eigenliefde, of juist slimme marketing?

Goed kijken

Veel van Rembrandts etsen in Rembrandt en de liefde zijn een uitnodiging om goed te kijken. Het vertoon van liefde ligt er namelijk niet altijd dik bovenop. Neem bijvoorbeeld een van Rembrandts beroemdste etsen: De drie bomen uit 1643. De aanzwellende wolken, de striemende regen en het eenzame groepje bomen leveren een hoop dramatiek op. Dit past bij de hevige passie van het jonge stel. Kun jij dit verscholen liefdespaar vinden op de ets?

Titus is weer thuis

Een zoon, een vader, een meesterwerk
18 maart – 11 juni 2023

Dromerig staart de jonge Titus van Rijn over de rand van zijn lessenaar. Vader Rembrandt ving zijn blik in 1655, toen hij met zijn familie in het statige pand aan de Amsterdamse Jodenbreestraat woonde. Bijna 400 jaar later is het gelukt om Titus weer thuis te krijgen – op de plek waar Rembrandts meesterwerk is geschilderd, in het huis waar Titus is geboren. In Museum Rembrandthuis kom je straks oog-in-oog met het iconische schilderij uit de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen. Een speciale ruimte in de tentoonstelling Tekenkunst biedt een unieke ervaring: via de multimediatour word je als bezoeker begeleid in het kijken. Een soort guided meditation, maar dan met drie opties: een kunsthistorisch achtergrondverhaal, een psychologische beschrijving van vader en zoon en verschillende soorten muzikale begeleiding. Je ontdekt zo telkens weer iets nieuws in het beroemde schilderij van Rembrandt.

‘Titus is weer thuis’ is mogelijk gemaakt dankzij het project ‘Buitenkans’ van de Turing Foundation en Vereniging Rembrandt en dankzij bruikleengever Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. ‘Buitenkans’ biedt kunstmusea in Nederland de mogelijkheid om een kleine presentatie te organiseren rond een bruikleen uit een andere Nederlandse openbare collectie om zo de rijkdom de Collectie Nederland te laten zien. Dit is de eerste tentoonstelling van dit project.

SLOW LOOKING MET TITUS

Hoe langer je naar Rembrandts beroemde portret van zijn zoon Titus kijkt, des te meer je ziet. In Museum Rembrandthuis kun je even een-op-een met Titus zijn. In de multimediatour vind je drie manieren om het schilderij te bekijken en te ervaren, een soort guided meditation. Wil je alvast een voorproefje? Klik op de video en mediteer met Titus, begeleid door geluiden uit het kunstenaarsatelier. Welk effect heeft dit geluid op hoe je het schilderij ervaart?

Tekenkunst

74 tekeningen van Rembrandt, Bol, Maes en anderen
The Peck Collection, Ackland Art Museum (USA)
18 maart – 11 juni 2023

Voor het eerst in Europa zijn 74 tekeningen van onder andere Rembrandt, Bol en Maes uit The Peck Collection (Ackland Art Museum, USA) te zien, op de plek waar Rembrandt zelf zijn tekeningen maakte. Je komt haast niet dichter bij een kunstenaar dan door zijn tekeningen. Anders dan schilderijen en etsen, vertellen tekeningen namelijk nóg meer over de werkwijze. Je kunt de hand van de kunstenaar volgen langs de tekenlijnen – of het nu gaat om een snelle schets of om een nauwkeurig uitgewerkt kunstwerk. De tentoonstelling Tekenkunst in Museum Rembrandthuis is ingedeeld in zeven hoofdstukken, die samen de centrale vraag beantwoorden: ‘Waarom maakte een zeventiende-eeuwse kunstenaar tekeningen?’ In de nieuwe, derde tentoonstellingszaal organiseert het museum workshops tekenen met zeventiende-eeuwse technieken en materialen.

Kijk mee over de schouder van de kunstenaar

Je komt haast niet dichter bij een kunstenaar dan door zijn tekeningen. Anders dan schilderijen en etsen, vertellen tekeningen namelijk nóg meer over de werkwijze. Tekeningen geven de mogelijkheid om de hand van de kunstenaar te volgen langs de tekenlijnen – of het nu gaat om een snelle schets of om een nauwkeurig uitgewerkt kunstwerk. In de tijd van Rembrandt werkten kunstenaars ‘nae het leven’ en gaven ze weer wat ze zagen: de natuur, de stad, de mensen. De tentoonstelling Tekenkunst in Museum Rembrandthuis brengt de tekenpraktijk van Rembrandt en zijn tijdgenoten in beeld in zeven thema’s: ‘Oefenen in het atelier’, ‘Ideeën uitwerken’, ‘Motieven verzamelen’, ‘Kunst maken’, ‘Plaatsen tijdens wandelingen vastleggen’, ‘Observaties vastleggen’ en ‘Herinneringen aan verre reizen vastleggen’. Samen beantwoorden zij de centrale vraag: ‘Waarom maakte een 17de-eeuwse kunstenaar tekeningen?’

Amerikaanse voorliefde voor 17de-eeuwse Nederlandse kunst

Het verzamelaarsechtpaar Peck legde de afgelopen decennia een topcollectie tekeningen aan van 17de-eeuwse meesters. Daarmee staan zij in een traditie van beroemde Amerikaanse verzamelaars die zich op deze periode hebben gericht, onder wie Herny Clay Frick (oprichter van de Frick Collection) en Thomas Kaplan (oprichter van The Leiden Collection). De Pecks doneerden in 2016 hun miljoenencollectie 17de-eeuwse Hollandse en Vlaamse tekeningen aan het Ackland Art Museum van de University of North Carolina, in Chapel Hill, Verenigde Staten. Deze gift ging gepaard met een publicatie een tentoonstelling in Ackland. De verzameling met maar liefst 74 tekeningen, waaronder enkele Rembrandts, beleeft nu zijn Europese première in Museum Rembrandthuis in Amsterdam.

 

Klik hier voor meer informatie over de Peck-collectie

Deze tentoonstelling is georganiseerd door the Ackland Art Museum at the University of North Carolina at Chapel Hill

Bekijk hier alle activiteiten rondom de tentoonstelling Tekenkunst

Hansken. Rembrandts olifant

Ze was beroemd in heel Europa: de Aziatische olifant Hansken. In het midden van de zeventiende eeuw was zij de enige levende olifant op het continent en werd ze langs jaarmarkten, kermissen en hoven gevoerd. Toen Hansken in Amsterdam was, zag en tekende Rembrandt haar. Aanleiding voor Museum Het Rembrandthuis om het levensverhaal van Hansken te vertellen in een tentoonstelling voor jong en oud. Hansken, Rembrandts olifant toonde kunstwerken van Rembrandt en zijn tijdgenoten, historische documenten en een digitale kaart waarop je Hanskens sporen door Europa kunt verkennen. Maar ook Hanskens schedel, die bewaard is gebleven en speciaal voor deze tentoonstelling vanuit Italië naar Museum Het Rembrandthuis was gebracht. Het verhaal van Hansken is wonderlijk, maar ook ontroerend. Ze heeft in haar leven veel moeten doorstaan; ze werd gedwongen lange tochten te maken en moest voortdurend optreden. Naast de mooie kunstwerken die van haar zijn gemaakt door Rembrandt en zijn tijdgenoten, werden in deze tentoonstelling ook de hedendaagse perspectieven op olifantenwelzijn belicht. 

 

Rembrandt ontmoet Hansken
In 1633 was Hansken voor het eerst in Amsterdam. Die zomer was ze te zien op de Kloveniersburgwal, om de hoek bij Rembrandt. Maar de kunstenaar was destijds mogelijk in Friesland. In de herfst van 1637 was de olifant opnieuw in Amsterdam en toen greep Rembrandt zijn kans. Hij moet vol verwondering zijn geweest: hij had immers nooit eerder een olifant in het echt gezien. Het enorme, grijze dier met haar lange slurf zal grote indruk op hem hebben gemaakt; hij heeft haar een aantal keer vereeuwigd.

 

 

Leonore van Sloten, conservator Museum Het Rembrandthuis: ‘Rembrandts tekeningen van Hansken geven zijn observerende en geïnteresseerde blik goed weer: hij tekende haar “nae ’t leven”, met aandacht voor elk detail zoals haar korte haartjes, huidplooien en de bewegingen van haar poten en slurf. De tekeningen hangen in de tentoonstelling naast Rembrandts ets van Adam en Eva in het paradijs. Daarop is Hansken in de achtergrond te zien. Rembrandt voegde iets actueels toe aan het Bijbelse verhaal, waarmee deze prent extra aantrekkelijk werd voor kopers.’

 

Rembrandt, Adam en Eva in het paradijs, 1638. Ets. Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam (detail).

 

Hansken liet haar sporen niet alleen achter in kunstwerken. In 1647 is ze op de dijk langs de Amstel, net buiten de stad, door een houten brug gezakt en in het water terechtgekomen – met goede afloop. Een kort gedichtje, ‘De Olifantsbrug’ van de zeventiende-eeuwse dichter Jan Six van Chandelier, gaat daarover. De brug werd hersteld, maar nu van steen gebouwd en sindsdien de Olifantsbrug genoemd. In de buurt liep ook het Olifantspad en er was een herberg die De Oliphant heette.

 

 

Hanskens tocht door Europa
Hoe was Hansken eigenlijk in Europa gekomen, en hoe verging het haar? De eerste aanzet voor haar komst werd gegeven door stadhouder Frederik Hendrik, die grote interesse had in de gebieden die de VOC kolonialiseerde. Zo verzocht hij de VOC zelfs enkele malen om hem exotische dieren toe te sturen, waaronder een olifant. Nadat een schip met een olifant in 1629 was gezonken, kwam in 1633 een tweede schip aan in Amsterdam. Aan boord was de driejarige Hansken, een olifant uit Ceylon. Zij kwam te staan in een buitenverblijf van Frederik Hendrik, Huis ter Nieuburg in Rijswijk. Na een paar jaar werd ze verkocht aan Cornelis van Groenevelt, die haar vervolgens bijna twintig jaar lang door Europa zou voeren. Pamfletten riepen het publiek op om naar een voorstelling te komen kijken – Hansken was het prototype van het latere circusdier. Haar leven was kort: door gebrek aan kennis kreeg ze niet de juiste voeding en verzorging. Ze overleed, slechts 25 jaar oud, tijdens een optreden in Florence. Kunstenaar Stefano della Bella was hierbij aanwezig en legde het dode dier vast in een paar ontroerende tekeningen. In samenwerking met ARTIS, het IFAW en de Marjo Hoedemaker Elephant Foundation bood Hansken, Rembrandts olifantH ook een hedendaags perspectief op olifantenwelzijn in de zeventiende eeuw en nu.

Talkshows en podcasts
Tijdens de tentoonstelling zijn talkshows gemaakt over Hansken en olifantenwelzijn door het museum zelf en door AT5. De aflevering van CULT op AT5 is hier terug te kijken.

In samenwerking met MuseumTV is een documentaire gemaakt over Hansken, die hier te bekijken is. Op het Vimeo-kanaal van het Rembrandthuis is een langere Engelstalige  video-on-demand versie van de documentaire te vinden.

Activiteiten voor jong en oud, en hét boek over Hansken
In de tentoonstelling zat een speciale kinderlijn met activiteiten voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Leer olifanten tekenen als Rembrandt, volg Hanskens reis van Ceylon naar Amsterdam en zet haar skelet weer in elkaar. Ontdek ook alles over Aziatische olifanten; hoe denk jij dat het leven van Hansken was? De tentoonstelling nodigde volwassenen en kinderen uit om hierover in gesprek te gaan. Daarnaast gaf Museum Het Rembrandthuis workshops voor volwassenen en kinderen, organiseerde ARTIS Academie een lezing met rondleiding in het dierenpark en tekenworkshops bij het olifantenverblijf door docenten van ARTIS Ateliers, en gaf de Vrije Academie lezingen over de tentoonstelling. In de museumwinkel en webshop is tevens hét boek over Hansken verkrijgbaar (in het Nederlands en Engels): Rembrandts olifant. In het spoor van Hansken, geschreven door gastconservator Michiel Roscam Abbing.

 

 

‘Hansken, Rembrandts olifant’ is ontstaan naar het idee van Michiel Roscam Abbing (gastconservator en auteur van ‘Rembrandts olifant. In het spoor van Hansken’) en Anneke Groen (conceptontwikkelaar). De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met ARTIS, het IFAW en de Marjo Hoedemaker Elephant Foundation, en mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds, Fonds 21, Stichting Zabawas, de Turing Foundation, de Gravin Van Bylandt Stichting, de P.W. Janssen’s Friesche Stichting en een anoniem fonds.

 

HIER Zwart in Rembrandts tijd

Black people were present in the Netherlands in the seventeenth century. Here, in society, in Rembrandt’s neighbourhood and in art. This has long—wrongly—been overlooked. From 6 March to 31 May 2020 in The Rembrandt House Museum you can come eye to eye with extraordinary portraits of black people. How did artists depict them? And can we find out who they are? HERE: Black in Rembrandt’s Time is about overlooked works of art and representation, about recognition and acknowledgment.

 

 

What strikes us in Rembrandt’s art and that of many of his contemporaries? The stereotypes that later fixed the image of black people were yet to prevail. Black people are not simply secondary figures in subordinate roles, but often the subjects of the work. The exhibition also tells the stories behind the works. Between around 1630 and 1660 there was a small community of free black people around Jodenbreestraat, in Rembrandt’s neighbourhood. Recent research has revealed a lot more about these Afro-Amsterdammers.

“For years I’ve been looking for portraits of black people like me. Surely there had to be more than the stereotypical images of servants, enslaved people or caricatures? I found the alternative in Rembrandt’s time: a gallery of portraits of black people who are depicted with respect and dignity.” –Stephanie Archangel, Guest Curator

“As a museum we hope that this exhibition will make an impact. HERE. Black in Rembrandt’s Time is a powerful statement about black presence and representation in the Netherlands, about better looking and blind spots, about having a voice and a changing image.” – Lidewij de Koekkoek, Director, The Rembrandt House Museum

HERE: Black in Rembrandt’s Time runs from 6 March to 31 May 2020 in The Rembrandt House Museum. The exhibition was the brainchild of guest curators Elmer Kolfin and Stephanie Archangel, the design was by Raul Balai and Brian Elstak. Multi-disciplinary evening programmes in a number of venues accompany this exhibition. WBOOKS is publishing a book and there will also be a zine about contemporary black artists.

 

 

(l. to r.) Rembrandt, Bust of a Woman, 1630. Amsterdam, The Rembrandt House Museum | Hendrick Heerschop, King Caspar, 1654 or 1659. Berlin, Staatliche Museen Preussischen Kulturbesitz, Gemäldegalerie | Gerrit Dou, Tronie of a Young Man in a Turban, c. 1635, Landesmuseum, Hannover | Jasper or Jeronimus Beckx, Portrait of Dom Miguel de Castro, 1643. Copenhagen, Statensmuseum for Kunst.

HERE: A Selection

Rembrandt’s interest in black people was highly unusual in the seventeenth century. They appear in at least ten of his paintings, six etchings and six drawings. They are usually secondary figures, but in a 1630 etching (‘Bust of a Woman’) a young woman stars. Rembrandt made this etching when he was still living in Leiden. Her facial features indicate that she was black, but he had not yet managed to make her skin appear dark. He had more success with this aspect later, in Amsterdam; his later portraits are often accurately depicted from life. It seems likely that Rembrandt used his neighbours as models.

Another eye-catching work in the exhibition is Hendrick Heerschop’s King Caspar. Legend has it that one of the three magi who came to worship the Christ child was an African. Sometimes he is called Caspar, sometimes Balthasar. Heerschop painted him without a setting or a story. He can only be identified by his expensive clothes and the jar of incense he gave as his gift. But it is the man’s face that attracts the most attention; he looks at us proudly and self-confidently. Rembrandt’s first pupil, Gerrit Dou, also made an impressive portrait of a black boy dressed in a fantasy costume, looking at us over his shoulder.

What remains complicated is the identity of the seventeenth-century black sitters. We are discovering more and more names of Rembrandt’s black neighbours, but we cannot link them to the portraits. We do, though, know who the man in the portrait on the right is. Dom Miguel de Castro was a controversial figure, the ambassador of Soyo (or Sonho), a region of the Congo that wanted independence. Dom Miguel and his servants came to Holland to argue his case and he sat for his portrait during his stay in Middelburg. He is shown here according to the standards of a seventeenth-century portrait of an important man: powerful and serious.

 

HERE: Black Artists Now

 

In contemporary art, black plays an entirely different role from that in the seventeenth century. Now there are black artists who reflect on their own identities. And when black people are depicted, we know who they are. Both sides, the maker and the portrayed, now have a voice. The exhibition features new and existing works by ten prominent contemporary artists, including Iris Kensmil, Iriée Zamblé and Charl Landvreugd.

 

Dutch Masters Revisited

Dutch Masters Revisited is a growing exhibition of photographs curated by Jörgen Tjon a Fong, in which prominent Dutch people of colour put themselves in the place of their seventeenth- and eighteenth-century predecessors. These proud, compelling portraits are made in the style of Rembrandt and his contemporaries. Four new portraits – of Humberto Tan, Jeangu Macrooy, Tania

Kross and Daniël Boissevain among others – have been made especially for The Rembrandt House Museum. The photos were made by Cigdem Yuksel and Ahmet Polat (former Laureate Photographer of the Nation) in the Oude Kerk and in The Rembrandt House Museum. Three of the portraits are on display in Rembrandt’s former home; the fourth is part of the exhibition HERE: Black in Rembrandt’s Time.

The exhibition is made possible in part by Fonds 21, the Mondrian Fund, the Prins Bernhard Cultuurfonds, the Ten Hagen Fonds, the Nachenius Tjeenk Foundation and VSBfonds. The exhibition has also been supported by the Dutch government: an indemnity grant has been provided by the Cultural Heritage Agency of the Netherlands on behalf of the Minister of Education, Culture and Science.

Rembrandt’s Social Network. Familie, vrienden en relaties

Rembrandt’s Social Network

Zelfs een groot kunstenaar als Rembrandt was geen eenzaam genie. Als een goede netwerker zette hij zijn sociale netwerk actief en doelbewust in. Hij had familie en vrienden die hem hielpen, zijn kunstwerken kochten, hem geld leenden en hem artistiek uitdaagden. In Rembrandt’s Social Network leer je Rembrandt beter kennen via zijn vrienden: van jeugdvriend Jan Lievens en kunstkenner Jan Six tot de familie van zijn vrouw Saskia Uylenburgh, zijn ‘bloedvrienden’. Met deze tentoonstelling gaf Museum Het Rembrandthuis de aftrap voor het landelijke themajaar Rembrandt en de Gouden Eeuw 2019, 350 jaar na zijn dood.

Als vriend blijkt Rembrandt een eigenzinnig persoon. Hij investeerde niet veel in een goede relatie met de elite; hij omringde zich liever met mensen die verstand hadden van kunst. De vele kunstwerken die hij van familieleden en vrienden maakte, zijn een unicum in de zeventiende eeuw door de uitzonderlijk intieme en informele sfeer.

 

 

Links: Rembrandt, Portret van de apotheker Abraham Francen, 1655-1659, ets, droge naald en burijn, 159 x 210 mm., Amsterdam Museum | Rechts: Jan Lievens, Portret van Rembrandt, ca. 1629, olieverf op paneel, 57 x 44 cm., Rijksmuseum, particuliere bruikleen.

 

Jeugdvriend, bloedvriend of ware vriend?

Tegenwoordig vraagt Facebook je om je online sociale netwerk te categoriseren: is deze connectie ‘familie’, een ‘goede vriend’ of misschien gewoon ‘een kennis’? Ook een zeventiende-eeuwer zou deze vraag makkelijk kunnen beantwoorden: ook toen had je verschillende categorieën vriendschappen. De tentoonstelling Rembrandt’s Social Network liet met behulp van sprekende portretten zien dat we in Rembrandts leven vijf typen vriendschappen kunnen onderscheiden.

Zo waren er de jeugdvrienden als kunstenaar Jan Lievens, met wie Rembrandt een atelier deelde in Leiden. Zogenoemde bloedvrienden waren familieleden die een grote rol speelden in het sociale en economische leven van Rembrandt, wat met name de familie van zijn vrouw Saskia Uylenburgh was. De kenners, waaronder Jan Six, waren bevriende verzamelaars die kunstwerken van Rembrandt kochten en hem aan opdrachten hielpen. Onder zijn kunstvrienden bevonden zich ook enkele bevriende leerlingen, zoals Philips Koninck, Roelant Roghman en Gerbrand van den Eeckhout. De vertrouwelijke band met hen spreekt onder andere uit het feit dat Rembrandt uitstapjes met ze ondernam om samen te tekenen, waardoor hun schetsen vaak heel vergelijkbaar zijn. Tot slot had je ware vrienden: hen leer je kennen in tijden van nood. Voor Rembrandt kwamen de moeilijke tijden omstreeks 1652 toen hij 46 jaar oud was en door financiële problemen uiteindelijk zijn bezittingen moest verkopen. In deze periode is hij geholpen door een paar trouwe vrienden, waaronder de verzamelaar Abraham Francen voor wie hij een bijzondere portretprent maakte.

 

Rembrandt, Portret van Titus ca. 1660 Olieverf op doek, 81,5 x 78,5 cm Baltimore, Museum of Art (The Mary Frick Jacobs Collection).

 

Hoogtepunt: Rembrandts portret van Titus uit Baltimore

De tentoonstelling bevatte schilderijen, tekeningen, prenten, beeldhouwwerken, boeken en documenten. Eye-catchers was een aantal bijzondere alba amicorum (‘vriendenboekjes’) en de vele portretetsen die Rembrandt maakte van diverse vrienden en relaties. Het hoogtepunt van deze tentoonstelling was Rembrandts indrukwekkende en persoonlijke portret van zijn 19-jarige zoon Titus. Dit bijzondere bruikleen uit het Baltimore Museum of Art is nooit eerder op een tentoonstelling in Europa getoond.

Rembrandts zoon Titus stelde zijn leven geheel in dienst van zijn beroemde vader. Na Rembrandts faillissement in 1656 nam Titus samen met zijn vaders vriendin Hendrickje Stoffels de verkoop over van zijn vaders werken en begon een kunsthandel, gespecialiseerd in het werk van Rembrandt. Op deze manier werden de schuldeisers van zijn vader buiten de deur gehouden en werd Titus feitelijk de opdrachtgever van zijn vader. In Rembrandts schilderij zit Titus ontspannen in zijn stoel, zijn hand aan zijn kin. Daarmee is dit los geschilderde portret typerend voor Rembrandts omgang met zijn vrienden en familieleden: een informeel en origineel meesterwerk.

Inspired by Rembrandt. 100 jaar verzamelen door het Rembrandthuis

Inspired by Rembrandt

Rembrandt blijft boeien – niet alleen tijdens het Rembrandtjaar 2019, 350 jaar na zijn dood, maar ook in de afgelopen eeuwen. Rembrandts etsen hebben kunstenaars op allerlei manieren geïnspireerd. Daarover ging de tentoonstelling Inspired by Rembrandt. Ditmaal deed Museum Het Rembrandthuis een greep uit zijn eigen collectie. Het museum is immers niet alleen het voormalig woonhuis en atelier van Rembrandt. Sinds ruim honderd jaar verzamelt het museum ook kunst op papier – de collectie telt inmiddels ruim 4000 prenten. Niet alleen Rembrandts, maar ook kunst van zijn navolgers – zowel die uit zijn eigen tijd, als de kunstenaars van nu.

 

 

100 jaar verzamelen door het Rembrandthuis

In acht prikkelende thema’s – koppen’, ‘natuur’, ‘leven’, ‘zelf’, ‘leegte’, ‘zwart’ en ‘rauw’ – vormden de etsen van Rembrandt de inleiding op werken van onder andere Pablo Picasso, Horst Janssen, Charles Donker, Aat Veldhoen, Marlene Dumas en Glenn Brown.

 

Links: Glenn Brown, Half-Life (naar Rembrandt) 2, Museum Het Rembrandthuis | Rechts: Pablo Picasso, Rembrandt en drie vrouwenhoofden, 1934, Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam

 

DE VROUW VAN DE GROENTEBOER

Soms nemen kunstenaars onderwerpen uit Rembrandts werk over, zoals zijn ‘tronies’ – koppen van een karakter of type, bijvoorbeeld een vrolijke soldaat of een onbekende oosterling. De meeste kunstenaars lijken echter vooral geïnteresseerd te zijn geweest in de typische artistieke kwesties waarmee Rembrandt zich bezighield: de expressiviteit in zijn lijnen, de weergave van schaduw, het zoeken naar een diep zwarte toon en natuurlijk de compromisloze weergave van de werkelijkheid, waaronder zaken waar nog steeds een taboe op rust, zoals verwrongen gezichten, oude lichamen, diepe rimpels en mensen die plassen in het openbaar.

 

Links: Marlene Dumas, Plassende vrouw, 1996, Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam | Rechts: Charles Donker, Meidoornstruiken in de sneeuw in Groningen, ca 1985, Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam

 

Rechts: Rembrandt, Naakte vrouw, zittend op een heuveltje, ca. 1631, ets, staat II(2), 177 x 160 mm., Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam. | Links: Aat Veldhoen, Mevrouw Vlek, 1964. Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam

 

DEBUUT AANKOOP VAN FERDINAND BOL

Deze tentoonstelling was ook het debuut voor Ferdinand Bols ets De Heilige Familie in een woonvertrek uit 1643, dat het museum heeft aangekocht tijdens TEFAF 2019. Ferdinand Bol (1616-1680) was tussen 1636 en 1640 bij Rembrandt in de leer. Hij was de enige leerling van Rembrandt die vervolgens niet alleen schilderijen, maar ook een groot aantal etsen heeft gemaakt. Hij modelleerde zijn voorstellingen regelmatig naar die van zijn voormalige leermeester en lijkt zich zo voortdurend met hem te hebben willen meten. In deze ets staat de donkerte centraal: twee-derde van de ets bestaat uit bijna alles-absorberend zwart. Maar ook in dit donkere vlak openbaren zich steeds meer details, als je wat langer kijkt: een huiselijk interieur met onder andere een bedstee, een wiegje en een kat die het tafereel nauwlettend in de gaten houdt. Bol bewijst even virtuoos als zijn voormalige leermeester te zijn.

 

Detail uit: Ferdinand Bol, De Heilige Familie in een woonvertrek, 1643, Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam.

Sign Up for the Newsletter

Paint

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief
paint
Ir al contenido