Hieronder zien we de Portugees-Joodse Ephraim Bueno (1599-1665); arts, dichter en vertaler van het Spaans. Hij woonde op de Houtkopersgracht nummer 25, om de hoek van het Vlooyenburg, nu het Waterlooplein.
Hans Tentije heeft het volgende gedicht geschreven over Bueno, en Rembrandts ets van de arts:
Op Vlooyenburg
Zo veel is ongeschreven gebleven, zo veel ook
dat onmogelijk te beschrijven is omdat het zich voor eeuwig
voor ieder mens verborgen houdt’, denkt hij
als hij de buitendeur achter zich gesloten en zijn ene
voet op de onderste trede heeft gezet
in het halfduistere benedenhuis
voelt hij hoe zijn hart overslaat en het bloed
uit zijn wangen wegtrekt, hem heel even
de adem wordt benomen
daarnet was er, met die schitterende brokaten lucht
boven de Leprozengracht, het mooiste stuk
van Vlooyenburg toch, zijn eiland in de Amstel, als nooit
eerder zo scherp het besef zowel vreemdeling
als ingezetene te zijn –
de manchet om de pols van de hand
waarmee hij de trapleuning beetpakt en de halskraag
vlekkerig wit, het donker slorpt
het zwart van zijn hoge hoed bijna op
nog beweegt hij zich niet, zijn zachtaardige, melancholische
ogen glanzen als van iemand die al het zeer en alle
treurnis van de wereld heeft gezien maar desondanks
het leven liefheeft en zijn troost uit de oudste
geschriften, uit de psalmen put –
‘… licht, ja, zou mij het sterven vallen als ik wist
dat ik onsterfelijk was…’
Rembrandt, Ephraim Bueno, 1647. Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam